zaterdag 29 november 2008

Zaterdagavond.

Notice me. Take my hand. Why are we strangers when our love is strong. Why carry on without me? Everytime I try to fly. I fall without my wings. I feel so small. I quess I need you baby. And everytime I see you in my dreams. I see your face, it's haunting me. I quess I need you baby. I make believe that you are here. It's the only way, I see clear what have I done. You seem to move on easy.

Ik zit in de bus opweg naar school. Ik heb een uitvoering van een toneelstuk, geschreven door 6vwo leerlingen. Het is een vrijdagavond en het is donker buiten. In de ruiten kan ik precies zien wie er in de bus zitten en wie er naar me kijken. Ik heb mijn I-Pod in en luister rustig naar mijn muziek. Zenuwachtig van wat er die avond zal gaan gebeuren, zit ik te kijken in het raam. Er zit een man achterin de bus. Hij let niet op mij. Hij heeft me waarschijnlijk niet eens gezien. Ik vind hem een beetje eenzaam lijken. Het vraagt me af waar hij aan denkt. Waar zal hij heen gaan? Is hij vrolijk op dit moment? Dan stopt de bus ineens. Er komen mensen binnen. Dat kan ik horen aan de stemmen die achter mij zijn. Ik blijf de man in de gaten houden. Hij kijkt omhoog en zijn ogen beginnen te stralen. Hij zwaait naar de mensen die achter mij zijn. Hij word vrolijk en bergt zijn spullen op. Hij zat op zijn PSP een spel te spelen. Al weet ik niet of het een spel was, hij had hem in ieder geval in zijn handen. De man ruimt hem netjes op in zijn hoesje en stopt hem in zijn tas. Zijn tas zet hij op zijn schoot, zodat de plek naast hem vrij komt. De glimlach op zijn gezicht blijft staan, en zijn ogen blijven stralen. De mensen passeren het pad naast mij, steken hun hand op naar de man en gaan tegenover mij zitten. In het raam kan ik zien dat de man teleurgesteld is. Ik kreeg er een raar gevoel van. Ik werd er niet zo blij van. Hij keek nog even naar de mensen. Het verbaasde mij dat de mensen niet naast hem gingen zitten, want de man bleek ze toch duidelijk wel te kennen. Nu kon ik ook de andere twee mensen in het raam zien. Het was een blonde vrouw en een donkere man. Ze waren gehecht aan elkaar. Dat zag je aan de uitdrukkingen in het gezicht. De vrouw bleef maar praten over allerlei dingen. Ik kon het niet verstaan, het was buitenlands. Maar ik had toch mijn muziek op, dus het interesseerde me niet wat ze zeiden. De man achterin de bus keek nog even naar de mensen, en pakte vervolgens zijn PSP weer en zette zijn tas op de stoel weer naast hem. Het irriteerde mij hoe de blonde vrouw maar bleef lachen en praten en de donkere man er soms wat geirriteerd op in ging. Dat is vaak zo in relaties. De vrouw kan 5 kwartier in een uur lullen, en de taak van de man is gewoon "ja" en "nee" knikken. En soms een geinteresseerde "hmmhmm" laten horen. Als de blonde vrouw veel aan het praten was, was dit het geval bij de donkere man. Als ze aan het lachen was, lachte de donkere man uitbundig mee. Ze praatte hard. Op een gegeven moment hoorde ik het boven mijn muziek uit. Ik had geen zin meer om me daarop te concentreren, dus ging ik naar het raam kijken. Maar niet om de mensen te zien, maar om te zien waar ik me eigenlijk bevond. Ik was alweer bijna bij school, dus drukte ik op het stopknopje. De man achterin de bus lette niet meer op de mensen, hij was weer gericht op zijn PSP. Toch kon ik zijn blije blik niet uit mijn gedachten wegvegen. Waarom was hij zo blij en waarom kwamen die mensen niet bij hem zitten? Het leek hem soms wel enigszins te irriteren dat de blonde vrouw zo hard aan het lachen was. Was hij jaloers? Ik zou het niet weten. De bus stopte, en ik wist dat ik uit moest stappen. Bij de deur zwaaide ik nog even naar de chauffeur uit bedankje en daar stond ik dan in de kou. In het donker. Ik stak de drukke weg over en liep richting de school. Mijn muziek klonk nog steeds uit mijn oordopjes, tot ik ineens mijn naam hoorde. Het was Amy. Ze kwam aangefietst. Ik had met haar afgesproken. Toen ik haar zag verdween de man achterin de bus, de blonde vrouw en de donkere man uit mijn gedachten. En ging ik genieten van een leuke avond die stond te wachten.

I may have made it rain. Please forgive me. My weakness caused your pain and this song is my story. Ooohhh. At night I pray that soon your face will fade away.

Ja, ik zat echt in die bus. En was dit echt aan het denken. Het is raar dat ik me soms afvraag wat er in andermans gedachten om gaat. Maar wat zouden anderen denken en zal ik opvallen voor die andere mensen in de bus? Dat soort vragen zijn raar, en soms vraag je je af of je daar wel een antwoord op wilt. Anders kan je je dat niet meer afvragen of word je alleen maar teleurgesteld door het geen wat je wilt weten.

Het is nu zaterdagavond. Mijn wangen zijn dik van vermoeidheid en mijn ogen prikken. Uitgaan zit er denk ik niet in. Lekker een avondje thuisblijven, film kijken en op tijd naar bed. Ik denk dat ik dat maar eens ga doen.

Deze blog vond je misschien maar saai en erg diepgaand, maar als het je echt niks geinteresseerd had. Dan was je nu inmiddels niet hier beindigd met lezen. Want jammer genoeg is het dan je eigen keuze geweest dat je hem helemaal tot het eind gelezen heb.

Want onthoud maar zo. Niks moet, alles mag.

Liefs.



1 opmerking:

Just me zei

Ik moet je eerlijk bekennen dat ik het verhaal absoluut niet saai vond.
Ik hou hier wel van. Gedachten kunnen soms echt raar zijn. Je denkt af en toe over dingen, en bedenkt je later "Goh, waarom dacht ik daar eigenlijk aan".

I like this blog.
And I like you

Liefs!